Volgens de wetgeving is het zo dat de wettelijke vakantiedagen komen te vervallen, als de medewerker binnen zes maanden na het jaar dat de wettelijke vakantiedagen zijn opgebouwd die dagen niet heeft opgenomen. Toch?!

Inmiddels is door jurisprudentie duidelijk geworden dat die dagen niet zomaar mogen komen te vervallen. Als werkgever heb je een duidelijke vergaande inspanningsverplichting om je medewerkers te wijzen op het opnemen van vakantiedagen.

Het volstaat niet om een automatisch gegenereerd signaal vanuit een HR-systeem te sturen of om het in het Personeelshandboek op te nemen. De werkgever moet tijdig, concreet en individueel aan de medewerker laten weten dat de vakantiedagen per 1 juli van het jaar komen te vervallen, maar ook wat het verval inhoudt; er bestaat na die datum geen recht meer om die vakantiedagen op te nemen en ze worden ook niet uitbetaald.

Voldoe je als werkgever niet aan die inspanningsverplichting, dan kan er niet automatisch een beroep worden gedaan op de vervaltermijn van de vakantiedagen. Dit geldt voor zowel de wettelijke als de bovenwettelijke vakantiedagen. 

Zorg er altijd voor dat je de berichtgeving aan de medewerker schriftelijk vastlegt in de medewerkersdossiers. Je weet maar nooit of je nog eens moet aantonen dat je aan deze inspanningsverplichting hebt voldaan…

De vervaltermijn van een half jaar geldt niet als de medewerker redelijkerwijs de wettelijke vakantiedagen niet kon opnemen binnen de vervaltermijn, omdat hij bijvoorbeeld ziek was.